Waterval Wonderland!

Met bulderend geraas stromen duizenden liters water per seconde naar beneden. Woest klettert het over stenen en perst het zich door spleten. Wit schuimend valt het dan neer in de rivier. Keer op keer. Seconde na seconde. Minuut na minuut. Ik kan er uren naar blijven kijken, maar er zijn meer watervallen die om mijn aandacht vragen. Telkens als ik een bocht om loop op het houten vlonderpad dat zich voor me uitstrekt, ontdek ik een nieuw stukje paradijs.
De afgelopen dagen dompelden we ons onder in het watervalwonderland van de Plitvicemeren in Kroatië en het Una National Park van Bosnië en Herzegovina, en dat is sprookjesachtig mooi!

Als we Zagreb verlaten, is het een saaie, druilerige, grijze maandagochtend. We rijden de stad uit richting het zuiden. Aangezien we pas na drie uur ’s middags kunnen inchecken, en we volgens de routeplanner al om half twaalf op de plaats van bestemming zullen zijn, maken we een tussenstop. In het stadje Karlovac is een zoetwateraquarium, waar we onze tijd vermakelijk spenderen.
Eenmaal in de regio van Plitvice doen we boodschappen en checken we in bij ons appartement. In de avond rennen c.q. wandelen we een rondje door de lokale heuvels en maken we plannen voor dinsdag: ons bezoek aan de wereldberoemde Plitvicemeren!

We hebben een toegangsbewijs voor tien uur ’s morgens, en ondanks dat het hoogseizoen al voorbij is en het nog redelijk vroeg op de ochtend is, staat de parkeerplaats al aardig vol. Toch hebben we van de drukte in het park zelf niet veel last. We bekijken de plattegrond en besluiten route C te lopen. Zo’n acht kilometer wandelen, een boottochtje over het grootste meer en een ritje met de shuttlebus.
We lopen de toegangspoort door en worden meteen verrast met een ongelooflijk mooie waterval, knalblauw water en zicht op kronkelende vlonderpaden over de verschillende meren.
We dalen af naar het waterniveau en volgen de bordjes die route C aanwijzen.
Het is een prachtig natuurgebied. Iedere waterval heeft haar eigen karakter en ieder meer heeft weer een andere sfeer. Van diepblauw tot lichtgroen flonkert het water ons bij elk niveau van dit trapsgewijze watersysteem tegemoet. We zien ontelbare vissen zwemmen, weelderig groene planten, dikke bomen in herfstkleuren en als kers op de taart is de voorspelde regen thuisgebleven. Een gezellig zonnetje kleurt alles nóg een tikkie mooier in, alsof ze een doos vol kleurpotloden naar beneden heeft laten vallen.
Als we deze natuurpracht urenlang in ons hebben opgenomen, is het tijd geworden om terug naar de auto te gaan en ons voor te bereiden op de volgende dag. Er staat namelijk nog meer moois op ons te wachten!

Op woensdagochtend laten we de Plitvicemeren achter ons. We zetten koers naar Bosnië en Herzegovina, en dat vinden we tóch een tikkie spannend. Bosnië en Herzegovina is geen EU én geen ‘Schengen’, dus dat betekent paspoortcontrole aan de grens. Ook kunnen we er geen gebruik maken van mobiel internet en staat het bij een stuk minder toeristen op de radar dan bijvoorbeeld buurland Kroatië.
De grensovergang gaat zonder problemen, al rijden we bijna de meneer die ons paspoort moet stempelen voorbij. Oeps. Gelukkig blijft hij glimlachen, dus doen wij dat ook.
We maken een tussenstop in Bihac, waar we geld pinnen, koffie drinken, boodschappen doen en benzine tanken. Onderweg naar de parkeerplaats zien we een flatgebouw dat gewoon bewoond is, maar waarvan de buitenmuur vol zit met schietgaten. De littekens van de verwoestende oorlog in de jaren ‘90 zijn nog erg zichtbaar in dit deel van de Balkan.
We rijden Bihac uit en vervolgen onze weg naar Kulen Vakuf, een piepklein dorpje midden in het hart van het Una National Park. Dit is het jongste nationale park van Bosnië en Herzegovina en de rivieren de Una en de Unac zijn hier de baas én de hoofdact! We vinden ons appartement zonder problemen, maar de verhuurder is nergens te bekennen. Met wat handen-en-voeten communicatie vragen we aan de buurman of hij weet hoe het zit en al gauw wordt de via de buurttamtam Alan – van Vacation Home Alan op booking.com – opgespoord.
Het appartement is modern en ruim en als we gesetteld zijn besluiten we een wandeling te maken naar de ruïnes van een oeroud fort wat bovenop een rotsachtige heuveltop staat te pronken.
Het is nogal een klim – we maken 250 hoogtemeters – maar ons harde werk wordt ten volle beloond. Een fantastisch uitzicht over de rivier, de vallei en het dorp, en: we zijn de enigen daar!
Pas als we weer naar beneden lopen, komen we verschillende andere nieuwsgierigen tegen.

Vandaag worden we wakker van enorme plensbuien. Niet echt ideaal voor ons geplande bezoek aan de wonderen van de natuur die het Una National Park te bieden heeft. Tussen de buien door loop ik een rondje door het dorp op zoek naar wat extra informatie, maar dat vind ik niet. Met wat artikeltjes die ik vind via google stappen we de auto in en rijden we naar Martin Brod. Daar moet een waterval zijn. We slingeren over de hoofdweg van de regio in de richting die de borden ons aanwijzen als ineens het asfalt ophoudt. ‘Kraj asfalt’ staat er – einde asfalt – en dat is niet gelogen. Een onverharde weg van gele drab en diepe kuilen strekt zich voor ons uit en er zit niks anders op dan die te volgen. We willen immers die watervallen zien. We hotsen, botsen, hobbelen, schommelen en slingeren een eind weg en uiteindelijk komen we bij een blauw bord met een witte ‘P’, waar we de auto even rust geven.
We steken lopend de rivier over, waar een stroomversnelling is. Die is leuk, maar eigenlijk die hobbelrit niet waard. Als Jan terugloopt naar de auto, zie ik een pijl staan met een bordje: ‘Waterfoll’. We volgen de pijl en voelen dan onze monden open vallen. Een fantastische waterval streelt onze ogen. Als we eventjes verderop een bordje volgen naar ‘Small Waterfoll’, zien we nog meer natuurpracht. In afmeting is deze inderdaad kleiner, maar qua schoonheid doet ze niet onder aan de waterval van daarnet.
Ik schiet foto na foto en als mijn batterij leeg is, eten we lunch bij een dame die geen Engels spreekt. Ik ken slechts ‘dobar dan’ (goedendag), ‘hvala vam’ (dankjewel) en ‘cao’ (tot ziens). Gelukkig kan ik haar duidelijk maken dat ik iets te eten wil zonder vlees of vis. Jan houdt het gemakkelijk en wijst ‘kip’ aan op de menukaart. De dame loopt – terwijl ze voor ons onverstaanbare woorden blijft wauwelen – weg en komt een tijdje later terug met een grote kom bonensoep en brood voor mij en een gigantisch broodje gebakken kip voor Jan. En een bordje geschaafde witte kool met azijn – de salade die we ook maar hadden besteld voor de zekerheid. Het is eenvoudig eten, maar het smaakt goed en vult ons met de warme tevredenheid die hoort bij een huisgemaakte maaltijd. We rijden terug over de hobbelweg en richting de Strbacki Buk waterval (die we stiekem Starbucks noemen, cultuurbarbaren die we zijn) en aanvankelijk gaat deze route over prachtig pikzwart gladgestreken asfalt. Alsof de wals net voor ons uit heeft gereden. Dan zien we het beruchte bordje ‘kraj asfalt’ weer verschijnen en hobbelen we zowaar nog harder over de weg dan toen we vanochtend naar Martin Brod reden. Voorzichtig maar behendig stuurt Jan ons door deze gatenkaas richting de waterval. Daar volgen we de pijlen en het keurige plankenpad naar het donderende geraas. De Strbucki Buk doet ons de moeizame rit volledig vergeten. De enorme waterval stort in meerdere etages naar beneden en bij iedere etage is een uitkijkplatform. Telkens denk ik: ‘wow, wat is dít gaaf, deze is nóg mooier dan die van net!’, en dat dan drie keer in de herhaling. Steeds wordt het uitzicht mooier en ontvouwt de waterval zich verder.
Ook hier is het helemaal niet druk, dus kan ik naar hartenlust fotograferen (ik heb inmiddels een verse batterij in de camera gestopt) en als we terugrijden lijkt zelfs de hobbelweg minder hobbelig.
Bij een prachtige weide aan de oever van de Una parkeren we de auto en genieten we nog eens van de kleur van het water, de gele, rode, bruine, oranje en donkergroene bomen die haar oever flankeren en besluiten we dat we morgen pas écht hier weg kunnen, als we de rivier in zijn geweest. We plonzen het koude water in en als we terugrijden naar Kulen Vakuf, verschijnt er een regenboog recht voor onze neus. Wát een schoonheid!

Vorige

Foto’s Ljubljana en Zagreb!

Volgende

Foto’s Plitvice en Una National Park!

  1. Toon

    Super 👍

  2. Ineke

    Wat kun je de natuur toch mooi omschrijven, ik zie het zo voor me.
    Die mevrouw waar jullie geluncht hadden, runde die midden in de natuur een restaurant??
    Dank voor dit prachtige verhaal.

    • We waren in een klein dorpje, zo’n beetje rondom die watervallen gebouwd. Ze maken daar ook handig gebruik van het water met een ‘eco-laundry’, een soort wastobbe die ronddraait in het stromende water. Die hebben we helaas niet in werking kunnen zien, want die mensen waren niet thuis. Het Una National Park is een groot gebied van de rivieren Una en Unac en de omliggende heuvels en dorpjes. Dus er zijn enkele dorpjes in het park. Een paar huizen, een winkeltje, een cafeetje, een tafeltje waar lokale honing en zelfgemaakte jam wordt verkocht, zoiets. En bij een zo’n cafeetje was er een mevrouw die ‘vegetarisch’ goed genoeg verstond 🙂

  3. Bep

    Wat een mooi verhaal weer. En wat een mooie reis maken jullie. Zo mooi om mee te reizen 😃

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Waar is Marleen