We lopen over een hobbelig pad vol rotsen, stenen, keien en kiezels. Een heldere rivier stroomt langszij waarin ik mijn drinkfles bijvul. Rotswanden van honderden meters hoog torenen boven ons uit, groene struiken en bomen flankeren het pad en we zien overal bloemen.
Het pad kruist de rivier en we hoppen van de ene steen naar de andere over het water. Wankele knuppelbruggetjes maken de rivieroversteek hier en daar iets gemakkelijker, maar we moeten continu blijven opletten waar we onze voeten plaatsen.
We zijn meer aan het klauteren dan aan het wandelen vandaag, en dat kost behoorlijk wat meer tijd en energie dan de boswandelingen die we gewend zijn in Nederland.
Dan vernauwt de kloof tot een breedte van nog maar drie meter en passeren we de zogenaamde IJzeren Poort. Het einde van deze zeven uur durende wandeling komt langzaam in zicht. We zijn bijna 1250 meter afgedaald en hebben zo’n 16 kilometer gelopen. Het was afzien, maar vooral enorm genieten!
Nadat onze vlucht door mist in Nederland zo’n twee uur en een kwartier is vertraagd, landen we dan toch eindelijk op het Griekse eiland Kreta! We halen onze huurauto op en rijden meteen naar de eerste toeristische stop: het paleis van Knossos. Of ja, de ruïnes van het paleis van Knossos,
een Minoïsch paleis van ongeveer 4000 jaar oud. Het is bizar om te bedenken dat de trappen waar we over lopen zo enorm oud zijn en dat er toen al de technieken beschikbaar waren om zulke gebouwen te maken.
We rijden door naar onze accommodatie in Gouves en lopen wat door het dorpje. Daar zijn de gevolgen van zowel de economische crisis uit 2008 en de gevolgen van de coronacrisis zeer tastbaar. Net buiten het centrumpje staan veel gebouwen leeg. Met ingegooide ruiten, vol met graffiti en beladen met afval. Vreemd dat de ene ruïne verbazing en verwondering over eeuwenoude beschavingen oproept, terwijl de andere ons zo droevig stemt. We voelen het verdriet wat alle failliet gegane lokale ondernemers hier hebben moeten doormaken en zijn benieuwd hoe het er op de rest van het eiland uit zal zien.
De volgende ochtend stappen we al vroeg in onze huurauto en gaan we op pad richting twee grotten en een strandje om te snorkelen. We rijden de bergen in en een slingerende weg vol haarspeldbochten brengt ons naar boven. De omgeving is adembenemend mooi. De vervallen gebouwen van gisteren maken plek voor groene berghellingen vol paarse, gele en witte bloemen. Overal ruikt het heerlijk naar jasmijn, kamperfoelie en rozemarijn. De zon knipoogt naar ons hoog vanuit een blauwe hemel en in de bergdorpjes lonken sfeervolle taveernes met koffie en baklava.
In de grotten die we bezoeken heerst een mysterieuze, zelfs wat spookachtige sfeer. De echo’s van duiven die diep in de grot roeken en zwaluwen en vleermuizen die rondfladderen geven het gevoel dat er hogere krachten aanwezig zijn tussen de gigantische druipstenen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze grotten in verband worden gebracht met de geboorte- en verblijfplaatsen van mythische figuren als de oppergod Zeus en de godin van de vruchtbaarheid Artemis.
We rijden door naar het schiereiland Kalydon om bij Kolokytha te gaan snorkelen. Een spannend en hobbelig weggetje leidt ons richting de kust en we plonzen glashelder blauw water in.
De volgende dag rijden we helemaal naar Chania. Het is maar zo’n 150 kilometer rijden, maar daar doe je op Kreta ruim twee en een half uur over. Chania is een mooie stad met een historische haven en eindeloze smalle straatjes vol oude huizen en kerkjes om in te verdwalen.
Op de terugweg maken we een tussenstop bij het meer van Kournas, het enige zoetwatermeer van Kreta. Hier leven schildpadden, karpers en palingen, dus we huren een waterfiets, varen het meer op en duiken met snorkel en duikbril het koele water in. We kunnen het hele lijstje afvinken: dikke palingen, knaloranje karpers en waterschildpadden met rode wangen zwemmen voorbij en voldaan rijden we de lange weg weer terug naar ons appartement.
Onze vierde vakantiedag staat in het teken van de hippies! We rijden naar Matala, een kustdorpje met een prachtig strand omgeven door hoge witgele krijtrotsen. In die rotsen zijn grotten uitgehakt die al stammen uit de prehistorie en werden gebruikt als tombes.
In de jaren 60 van de vorige eeuw streken talloze hippies neer in Matala. Levend van de liefde en de zon vonden ze onderdak in de holen in de rotswanden. Ook muzikanten als Joni Mitchell, Bob Dylan, Janis Joplin en Leonard Cohen werden aangetrokken door de vrijheid van Matala.
Die sfeer wordt – nu de hippies vervangen zijn door hordes toeristen – vastgehouden door tientallen winkeltjes die tie-die T-shirts en dromenvangers verkopen. De straatjes zijn beschilderd met bloemen en regenbogen en eerlijk gezegd ben ik helemaal dol op dit dorpje. De zee is uitnodigend blauw, vol rotsjes waar we tussen honderden gekleurde vissen snorkelen. Ik zou hier met gemak een dag of wat kunnen spenderen, maar het slapen in de grotten is tegenwoordig verboden en we hebben nóg een bijzondere bestemming op de planning staan, dus scheur ik mijn ogen met moeite los van de vissen en de rotsen en rijden we terug naar Gouves.
We gaan namelijk naar de Samariakloof! Als je ‘Kreta’ en ‘wandelen’ intikt bij google, zal de Samariakloof ongetwijfeld als eerste oppoppen bij de zoekresultaten. Niet voor niets wordt dit tot de mooiste wandelingen van het eiland gerekend en toen ik thuis in m’n luie stoel zat te scrollen van het ene mooie plaatje naar het andere, had ik binnen enkele seconden besloten: hier wil ik heen! En Jan vást ook wel. Zo’n 16 kilometer wandelen, zonder te veel te stijgen, van in de bergen tot op het strand. Klinkt perfect!
Aangezien je eindigt in een dorpje aan het strand waar je alleen te voet of met de boot kan komen en het aan de andere kant van het eiland ligt, wordt het aangeraden niet met eigen vervoer te gaan, dus boekte ik thuis in Nederland al een tour.
Om vijf uur ’s morgens staan we op. De bus komt om kwart voor zes. We pikken langs de route nog meer wandelaars op en koersen richting kloof. Als we er bijna zijn, begint de gids met haar praatje en waarschuwt ze voor de zwaarte van de wandeling. Mensen met zwakke knieën, wiebelige enkels of hartproblemen worden afgeraden te starten. Ook zwangere vrouwen, mensen met astma, hoogtevrees of rugpijn kunnen beter niet de kloof in gaan. Ze checkt of we wel de juiste schoenen dragen en of we in de gaten hebben dat dit een lange, zware, moeilijke wandeling gaat worden. Uhm, nou, dat hadden we dus niet echt in de gaten, maar ja, nu zijn we er al dus gaan we ook maar van start!
We starten op een hoogte van 1250 meter in de bergen en dalen in de eerste vier kilometer zo’n 900 meter af. Dat gaat via een steil hobbelig pad vol haarspeldbochten en hoge afstapjes. En met steil bedoel ik écht steil en met hobbelig bedoel ik écht hobbelig! Het is een continue afdaling over stenen en rotsen. Regelmatig hoor ik het schrapen van schoenzolen over losse stenen als iemand zijn grip op het pad verliest en echt een lekker wandelritme is ver te zoeken. Na twee kilometer heb ik al trillende bovenbenen, en ook Jan heeft moeite met de ontelbare diepe afstappen.
Ondertussen is de omgeving – gelukkig – fantastisch. Hoge bergen met sneeuwvelden, knalgroene weelderige bomen en struiken, geurige bloemen, hoge rotswanden die loodrecht de blauwe lucht in steken en een heldere rivier waar we rechtstreeks uit kunnen drinken.
Het pad kruist de rivier tientallen keren, waarbij we over stenen moeten balanceren om aan de andere oever te geraken. Sommige wandelaars hupsen moeiteloos van steen naar steen, maar anderen hebben zichtbaar moeite. Ik loop tot drie keer toe terug om andere mensen naar de overkant te helpen.
Jan heeft het zwaar. Een wandeling van 16 kilometer is geen probleem voor hem, dat hebben we immers thuis geoefend. Maar de forse afdaling en met name de ruwe ondergrond waarbij we regelmatig over rotsblokken moeten klauteren maken het erg zwaar. Zo zwaar, dat één van de andere deelnemers van onze groep al is moeten uitvallen. Van pure vermoeidheid stond deze arme man zó te trillen op z’n benen dat hij met een muilezel de kloof uit is gebracht.
Wij lopen langzaam maar gestaag door. Ik ben blij te merken dan Jan zich goed heeft weten op te peppen en zelfs aan het genieten is van de omgeving. Hij wijst me op de paarse bloemen tussen de stenen en houdt regelmatig halt om de natuurpracht in zich op te nemen.
Om half zes ’s middags gaat de laatste boot terug, en net na vijven zijn we in het dorp. Gelukt dus! De boot vaart langs de prachtige kust terug naar de bus, waar we met vermoeide voeten en zware oogleden in plaatsnemen. Wat een bijzondere, zware, maar vooral ongelooflijk mooie wandeling!
De laatste twee dagen van onze vakantie staan in het teken van uitrusten. We hebben gigantische spierpijn van de wandeling door de Samariakloof en dus doen we niet veel meer dan zwemmen, korte wandelingetjes langs de zee maken, snorkelen en het aquarium bezoeken.
Met stijve benen stappen we in Eindhoven het vliegtuig weer uit en kijken we terug op een heerlijke week op het prachtige Kreta!
Bob
Wat een mooie ervaring! Ik had al eerder van de kloof gehoord. Natuurlijk hoort ie echt bij het bezoek aan Kreta!
Maria
Mooie verhalen weer!
Dankjewel.
Toon
Mooi verhaal van een fijne vakantie.
Hoe is het nu met de spierpijn?
Wij gaan die kloof zeker niet bewandelen/beklauteren, maar we willen wel graag de foto’s zien.
Bep
Weer een mooi verhaal en een hele belevenis.
Ineke
Dankje voor dit mooie verhaal. Zo waren we er toch een beetje bij. Voor mij geen Samaria kloof, maar een reis naar Kreta lijkt me fantastisch.