In alleen mijn fietsbroek en sportbeha loop ik over het bruggetje. Onder de brug stroomt een meanderend riviertje en aan de oever is een groene weide waar een klein groepje jeugd op handdoeken ligt te zonnen. Op mijn blote voeten klim ik over de railing van de brug. Nog even houd ik vast en dan zet ik me af. Een tel later plons ik het verfrissende water in. Er gaat niets boven zwemmen in buitenwater!
Ondanks dat het – godzijdank – de rest van de avond en nacht droog is gebleven, worden we halfwakker in een klamme tent. Het is nog erg vroeg en we willen ons nog even omdraaien, maar een vlucht wilde ganzen vliegt luid snaterend over en dat werkt als prima wekker.
We hijsen ons in onze klamme kleren en pakken de tent – die aan de buitenkant nog zeiknat is – met tegenzin in. Een natte tent meenemen is nooit fijn, maar goed, we moeten verder.
De eerste paar kilometer moeten onze benen nog een beetje opwarmen. Ze zijn stijf en zwijgend trappen we de pedalen rond. Het is pas kwart over acht en nog fris buiten, maar dat is een heerlijk contrast na de hitte van gisteren.
We verlaten de vlakke kleigrond van Zeeland en fietsen Brabant binnen. We beklimmen de Brabantse Wal die onze benen met vele korte klimmetjes en afdalinkjes vlot wakker krijgt.
We rijden door weelderige bossen waar de bleke ochtendzon prachtig tussen de groene bomen door schijnt.
Koeien en schapen liggen in grazige weiden en lopen door paarsbloeiende hei waar de damp van het noodweer van gisteren mistig uit optrekt.
We hadden geen ontbijt voor bij de tent vandaag, maar na zo’n drie kwartier fietsen komen we langs een Stay Okay herberg, waar we aan het ontbijtbuffet mogen deelnemen.
Als we verder fietsen, rijden we langs uitgestrekte velden vol mais, uien, kool en aardbeien – daar ruikt het heerlijk zoet!
Na zo’n veertig kilometer is het tijd voor koffie en bespreken we wat we vandaag nog willen doen. Door onze vroege start kunnen we straks ruim op tijd bij de camping zijn en is er dus tijd genoeg om nog iets anders te ondernemen. We besluiten te gaan zwemmen en zoeken op google naar zwembaden in de buurt van de camping. Zo’n vijf kilometer voor de camping is een zwembad, waar we onze koers naar zetten. We hopen dat we daar onze bagage veilig op kunnen bergen, want éérst naar de camping en dan weer terug naar het zwembad fietsen hebben we geen zin in.
Terwijl we de bordjes van Schelde-Rhein route volgen tot het afslagje van het zwembad, slingeren we langs een mooi riviertje. Op een gegeven moment steken we een bruggetje over waar kinderen vanaf springen en in het water spelen. Ik knijp in mijn remmen en kijk Jan aan. Zonder veel te hoeven zeggen weet Jan precies wat ik bedoel en een paar seconden later liggen we allebei – met fietsbroek en al – in de rivier. Heerlijk!
We plonzen en zwemmen en springen van de brug voordat we de laatste kilometers in onze druipende fietsbroeken naar de camping joelend wegtrappen. Niks geen zwembad met dure entree en krappe omkleedhokjes en gehannes met te veel bagage en te kleine kluisjes: lekker zwemmen zoals zwemmen bedoeld is: buiten in natuurwater!
Op de camping aangekomen schijnt de zon flink en is ons natte tentje al droog nog voor de haringen fatsoenlijk in de grond staan. Ook onze ‘zwembroeken’ drogen in het fijne zonnetje en we hangen wat rond de tent voordat we besluiten te gaan eten bij een eetcafé in de buurt. We genieten van een goede maaltijd en strekken na het eten onze benen nog even voor een avondwandeling door het bos.
Wát een heerlijke dag!
Door
Wat een mooie verhalen weer Marleen en deze keer uit ons eigen landje, we reizen graag mee, fijne tijd.
Toon Steenbergen
👍
Geweldig.
Ineke
Haha wat een leuk verhaal.
Maria
Klinkt goed, die duik in het water!