Ronde van Nederland: compleet!

Ik rijd over slingerende, groene dijken. Weidse uiterwaarden strekken zich uit onder aan de dijk en de rivier reflecteert sprankelend het zonlicht.
Ik fiets over vele bruggetjes en steek de grote rivieren over met het ene na het andere pontje. Gekleurde bloemen in de berm wuiven vrolijk en gezellige terrasjes in kleine dorpjes lonken met koude frisdrank.
De laatste paar dagen van mijn fietstocht volg ik de Rijn, de Waal en de Maas richting Limburg en weer terug naar Brabant. Ik ben rond!

Na een dag vol technische problemen staat mijn fiets met harde banden en hele spaken in een tuin vol bloemen te wachten tot ik alle tassen weer heb bevestigd. De mensen van Vrienden op de Fiets waar ik verbleef zwaaien me uit en ik rijd Emmen uit richting Tubbergen. Ik fiets langs veel water en kruis de rivier regelmatig met behulp van kleine bruggetjes en automatische voetgangers- en fietserspontjes.
Bij een bord ‘pas op: aanvallende buizerd’ ondervind ik aan den lijve hoe beschermend deze vogels zijn betreffende hun nest. Zonder mijn aanvaller gezien te hebben voel ik ineens een harde klap achter tegen mijn hoofd en hoor ik het schrapen van klauwen over mijn helm. Godzijdank heb ik die op, want behalve dat ik wat geschrokken ben, heb ik niets. Met mijn nek tussen mijn schouders gedoken fiets ik het laantje uit zonder een glimp van de buizerd te hebben gezien.
Ik slaap vannacht bij een kennis van een mevrouw van Vrienden op de Fiets. Ik ben als het ware ‘doorgegeven’, want die mevrouw zelf had geen plek meer. Mijn gastheer is een vriendelijke man die zo te merken graag een stevige pint drinkt. Hij heeft veel verhalen te vertellen en steekt al van wal nog voordat ik mijn fiets goed en wel in de garage heb geparkeerd. Als hij zijn hele levensverhaal uit de doeken heeft gedaan excuseer ik me en zoek wat te eten in het dorp. Nog halverwege mijn bord pasta schuift mijn gastheer bij me aan en stelt voor zo nog even naar zijn volkstuin te fietsen. De man heeft geen greintje kwaad in zich en zijn tuin is z’n lust en z’n leven, dus beleefd fiets ik mee. Hij heeft niet overdreven: zijn tuin is prachtig en onder de fruitbomen genieten we samen van de zon die langzaam zakt, maar dan ga ik toch naar bed. Het is een lange dag geweest en morgen wil ik voor de hitte van de middag al een eind op weg zijn.

Op dag elf van mijn trip fiets ik van Tubbergen naar Haaksbergen. Met zulke plaatsnamen had ik kunnen raden dat het landschap hier niet vlak is, en met regelmaat moet ik flink op de pedalen trappen om heuvelop te geraken. Dit wordt dan telkens weer beloond met een lekker vlotte afdaling, dus klagen doe ik niet.
In Haaksbergen kon ik geen gastgezin vinden, dus slaap ik in een hotel. Ik sta extra lang onder de warme douche en plof languit op het grote bed om de overnachtingen voor de rest van m’n trip vast te leggen. Dat lukt gelukkig en ik eet een heerlijke maaltijd in het restaurant dat naast het hotel gelegen is.

Van Haaksbergen rijd ik naar Arnhem. Het begint wat nat: mijn route loopt door een ondergelopen tunnel en ik plons met mijn fiets aan de hand door enkeldiep water. Veel paden van vandaag zijn onverhard. Prachtig, maar met de gebroken spaken van eerder en het advies van de fietsenmaker om hobbels in de weg te vermijden nog in mijn achterhoofd, doe ik het heel rustig aan. Mijn wiel blijft zich gelukkig goed gedragen en voor ik het weet rijd ik door de Veluwezoom vlakbij Arnhem. Ik klim gestaag hoger en hoger bergop in het uitgestrekte bos en zoef even later vliegensvlug naar beneden. Het is enorm genieten in deze prachtige natuur en nog helemaal vol van plezier bel ik aan bij mijn gastheer van vanavond.
Ik slaap op de bank bij een ervaren couchsurfer en we delen reisverhalen, praten over ervaringen met couchsurfing, koken samen een maaltijd en luisteren naar muziek.

Opgefrist en uitgerust stap ik de volgende dag weer op de fiets. Bestemming: Arcen. Ik volg de Maasroute en steek de Rijn, de Waal en de Maas zo’n vijf keer over met pontjes. Bij een van die pontjes kan ik alleen met contant geld betalen en ik kom twintig cent tekort. Een vriendelijke medefietser schiet te hulp zodat ik niet hoef te zwemmen. Hoe lief!
Bij Nijmegen fiets ik deels over wegen die ik herken van de Vierdaagse en nadat ik ze stuk voor stuk beklommen heb, gaat fietsen vanzelf als ik afdaal via de Zevendalseweg.
In Arcen slaap ik prachtig. In een caravan in de tuin van mijn gastgezin, tegenover een tipi, met een ligbedje in de schaduw van een grote boom, geweldig!

De een-na-laatste dag breekt aan. Van Arcen fiets ik naar Grathem, waar ik Jan zal treffen. Hij fietst vanuit huis mijn kant op.
Ik fiets nog steeds langs de Maas en de route leidt me door Venlo en Roermond. Daar slinger ik tussen de maasplassen door, waar vele watersporters zich vermaken met zeilen, varen, waterskiën en zwemmen. Dan verlaat ik de Maasroute en volg ik verschillende fietsknooppunten richting de camping waar ik heb afgesproken met Jan. Net als ik het parkeerterrein van de camping op wil draaien en me afvraag wie van ons er eerder zal zijn, zie ik een bekende fietser me tegemoet komen. Het is Jan, en we staan allebei verbaasd te kijken dat we precies tegelijkertijd aankomen.
We slapen in een trekkershutje op de camping, maar voordat we daar onze spulletjes kunnen neerzetten, krijgen we koffie aangeboden door de vriendelijke campingeigenaar. Met zijn Haagse accent valt hij uit de toon in het Limburgse land, maar het is een gezellige en praatgrage man. Hij schenkt ons gratis koffie en zonder extra kosten krijgen we een grotere hut dan ik geboekt heb.

De laatste dag fietsen Jan en ik samen naar huis. Niet de meest directe weg, maar via veel slingerende paden door een bekende, maar wederom prachtige omgeving. De route leidt ons net niet door de dorpskernen om ergens ontbijt te kopen, maar gelukkig stuiten we op een boerderijwinkel. We kopen een fles rijstepap en een paar bananen, die ons voldoende energie geven lekker door te kunnen fietsen. We rijden over de Groote Peel, de Somerense Heide en de Strabrechtse Heide, alvorens we het Eindhovens Kanaal volgen richting Helmond. Van Helmond is het nog maar een paar kilometer en dan zijn we thuis.

De ronde is compleet. In veertien dagen fietste ik het ganse land rond. Door tien provincies, door acht nationale parken en over ruim 1360 kilometer. Over dijken, dammen en duinen. Door bossen, langs beken en over brede rivieren. Ik zette mijn fiets op vijftien boten en pontjes, in één woestijntruck en sprong uit een vliegtuig.
Ik sliep negen nachten bij mensen thuis. Mensen die hun huis en hun leven voor een nacht openstellen aan volkomen vreemden. Mensen met mooie verhalen, bijzondere levensvisies en altijd een vriendelijke glimlach en een goed ontbijt.

Ik heb enorm genoten. Genoten van de diversiteit van ons kleine land, genoten van de overweldigende natuurpracht die we gelukkig nog hebben en genoten van de vriendelijkheid en behulpzaamheid van de mensen. Of het nu gaat om een vriendelijke ‘goedemorgen’ van tegemoetkomende fietsers, een praatje op een bankje in een bos, twintig cent bij een overtocht met een pontje, geruststellend advies bij twee gebroken spaken of een schoon bed voor een nacht.
Voor nu parkeer ik mijn fiets weer in mijn eigen garage en kijk ik terug op een mooi solo-avontuur, maar binnenkort gaan Jan en ik er weer samen op uit. Tot dan!

Vorige

Te land, ter zee, in de lucht…en bij de fietsenmaker!

Volgende

Green Divide Trail!

  1. Maria

    Wat een prachtig avontuur weer.
    Ik heb met je mee genoten.

  2. Toon

    Mooie reis, mooie verhalen. Ervaringen opgedaan en herinneringen gemaakt. Super.

  3. Bep

    Wat een mooi verhaal weer. Heb er van genoten. Ik zeg graag tot dan voor nieuwe avonturen 😃👍

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Waar is Marleen